Naar aanleiding van: https://nos.nl/l/2484603
Het feit dat mijn eigen ouders (93 en 95) op het punt staan om naar een zorginstelling te verhuizen zal zeker meespelen dat ik werkelijk akelig word van dit soort berichten over de afkalving van de zorg voor kwetsbaren. Hoe komt het toch dat we ons land zo naar de kloten helpen? Als redenen wordt meestal gewezen op de toenemende kosten en op het chronische personeelstekort. Drogredenen! De echte redenen zijn dat we niet durven te kiezen en dat we vast zitten in verouderde opvattingen over staatsfinanciën en staatsschuld.
Toen banken gered moesten worden en toen er een pandemie uitbrak waren er ineens miljarden beschikbaar om ons uit de brand te helpen. Terecht. In beide gevallen was er immers sprake van een noodsituatie. Nu er een oorlog is in Europa heeft Nederland ook miljarden gereserveerd voor hulp aan Oekraïne. Terecht! Want ook dit is een noodsituatie.
Maar hoe zit het met de ouderenzorg? Met het klimaat? Met de waardering voor de essentiële beroepen (los van een gratuit klapconcert) en de tweedeling in de maatschappij?
Zijn dit dan geen noodsituaties?
Toen banken gered moesten worden en toen er een pandemie uitbrak waren er ineens miljarden beschikbaar om ons uit de brand te helpen. Terecht. In beide gevallen was er immers sprake van een noodsituatie. Nu er een oorlog is in Europa heeft Nederland ook miljarden gereserveerd voor hulp aan Oekraïne. Terecht! Want ook dit is een noodsituatie.
Maar hoe zit het met de ouderenzorg? Met het klimaat? Met de waardering voor de essentiële beroepen (los van een gratuit klapconcert) en de tweedeling in de maatschappij?
Zijn dit dan geen noodsituaties?
Steven Covey wees al op het verschil tussen urgente zaken en belangrijke zaken. Zolang je alleen maar achter urgente zaken aanholt kom je nooit toe aan de belangrijke zaken. (in De 7 eigenschappen van effectief leiderschap)
Politiek en economie hebben gemeen dat het gaat om keuzes maken. Niet alles kan! Echter in tegenstelling tot wat de meesten denken schort het niet aan geld. De Nederlandse Bank, onderdeel van de ECB, maakt zelf het geld dat de Nederlandse Staat uitgeeft. Zo komt het in de maatschappij. Een deel ervan wordt via belastingen weer teruggehaald. Maar niet alles. Dit vinden veel mensen behoorlijk griezelig. Je kunt toch niet alsmaar meer geld uitgeven dan je binnenkrijgt - is meestal de redenering. Deze mensen denken dat omdat ze geleerd hebben dat de overheidsfinanciën net zo werken als die van een gezin of bedrijf. Bovendien hebben velen de schrik in hun donder van de hyperinflatie van de Weimarrepubliek, Argentinië of Zimbabwe.
Er zijn twee soorten inflatie: vraaggedreven en aanbodgedreven. Een vraaggedreven inflatie ontstaat als er op breed vlak stelselmatig meer vraag is dan aanbod. Een aanbodgedreven inflatie wordt veroorzaakt door verstoringen in de productie of logistiek van een aantal essentiële goederen waardoor de prijzen ervan ineens sterk stijgen. De huidige inflatie is van deze laatste soort. Ten tijde van Corona waren de leveringsketens al danig verstoord. De oorlog in Oekraïne was de druppel die de emmer liet overstromen. De levering van olie, gas en graan werd ontwricht.
Aangezien deze goederen worden gebruikt voor heel veel andere producten en omdat veel leveranciers de kans schoon zagen om extra prijsstijgingen door te voeren - gestimuleerd door verkeerde, namelijk veel te hoge inflatiecijfers van het CBS - ontstond er op breed vlak een prijsstijging. De meeste inflaties zijn aanbodgedreven. Ook de inflatie van de jaren zeventig was van deze soort.
Vraagje: wat moet je doen om een aanbodgedreven inflatie tegen te gaan? Moet je dan de economie als geheel afremmen door de rente te verhogen? Of moet je de aanbodbeperkingen op lossen en de mensen helpen die harder geraakt worden dan ze kunnen incasseren?
Ik laat het antwoord graag aan de lezer over. De ECB en Klaas Knot denken het eerste. Zelf ben ik van mening dat het tweede de gezondste, eerlijkste en duurzaamste keuze is.
Maar daar is toch geld voor nodig? Oja, dat is waar. Dan moeten we dat dus maken. Had ik al gezegd dat de staat haar eigen geld maakt - simpelweg door het uit te geven? Dat is dus geen probleem.
Er zijn weliswaar wat bestuurlijke probleempjes doordat we onszelf in Euroverband bepaalde regels hebben opgelegd. Onder meer dat de rekening van de staat bij de centrale bank aan het eind van de dag een positief saldo moet hebben; dat het verschil tussen de jaarlijkse uitgaven en inkomsten van de staat niet meer dan 3% van het BBP mag bedragen; en dat het cumulatieve verschil tussen uitgaven en inkomsten niet meer dan 60% van het BBP mag zijn. Deze regels zijn niet alleen zinloos, maar ook schadelijk omdat ze de slagkracht van de overheid ernstig inperken.
Nee, geld is niet het probleem. Toch betekent dat niet dat we de problemen makkelijk kunnen oplossen. De crux is namelijk hoe we het geld gaan besteden. De middelen waaraan de overheid het geld uitgeeft om de problemen op te lossen zijn namelijk wel beperkt. Het aantal mensen dat ouderenverzorger of conducteur wil worden is beperkt. Ook de middelen om (hernieuwbare) energie te produceren zijn beperkt. Als de staat heel veel geld gaat bieden om die beperkte middelen toch te verkrijgen heeft dat een prijsopdrijvend effect. In die situaties is het beter om te kijken hoe de beschikbaarheid van de benodigde middelen vergroot kan worden. Misschien moet er een ontmoedigingsbeleid gevoerd worden voor bezorgkoeriers om zodoende potentieel meer conducteurs in de trein te krijgen. Misschien moet de werkdruk in de zorg drastisch verminderd worden zodat er minder zorgpersoneel uitvalt. En misschien ligt de oplossing in het opleiden van vakmensen.
Hoe dan ook: niet alles is mogelijk. Daarom moeten we keuzes maken. Keuzes over wat voor een maatschappij we in de toekomst willen hebben en wat daar voor nodig is. En vooral keuzes over wat we niet meer willen.
Naast een besluitvaardige politiek vergt dat een sterke en capabele overheid die plannen maakt en uitvoert (samen met de particuliere sector). Wat dit betreft zit ik helemaal op de lijn van Mariana Mazzucato, econoom en auteur van onder andere The Enterpreneurial State. De overheid moet ondernemend zijn - toch is zij geen onderneming. Het bedrijfsleven kan een grote rol spelen in de uitvoering van het beleid. Maar bedrijven zullen altijd in meer of mindere mate winstgedreven zijn. Daarvoor is het belangrijk dat de terugverdientijd van investeringen te overzien is. Voor de overheid hoeft dat niet te gelden. Juist maatschappelijke investeringen waarvan de terugverdientijd voor bedrijven te lang of te onzeker is moeten door de overheid ter hand worden genomen. Denk daarbij aan het aanleggen van infrastructuur voor mobiliteit en hernieuwbare energievoorziening. Ook zaken waarvan de kwaliteit en continuïteit voor de maatschappij van levensbelang is (onderwijs en gezondheidszorg) vereisen een actieve rol en verantwoordelijkheid van de overheid.
Met de recente uitspraken van de minister voor langdurige zorg en sport, Connie Helder, heeft de regering een enorm brevet van onvermogen afgegeven: Er komen steeds meer hulpbehoevende ouderen, dus zoek het zelf naar uit - het probleem is te groot voor de overheid dus de mensen moeten het zelf naar oplossen.
https://nos.nl/l/2476616
Komop minister, dat kan echt wel beter.
Politiek en economie hebben gemeen dat het gaat om keuzes maken. Niet alles kan! Echter in tegenstelling tot wat de meesten denken schort het niet aan geld. De Nederlandse Bank, onderdeel van de ECB, maakt zelf het geld dat de Nederlandse Staat uitgeeft. Zo komt het in de maatschappij. Een deel ervan wordt via belastingen weer teruggehaald. Maar niet alles. Dit vinden veel mensen behoorlijk griezelig. Je kunt toch niet alsmaar meer geld uitgeven dan je binnenkrijgt - is meestal de redenering. Deze mensen denken dat omdat ze geleerd hebben dat de overheidsfinanciën net zo werken als die van een gezin of bedrijf. Bovendien hebben velen de schrik in hun donder van de hyperinflatie van de Weimarrepubliek, Argentinië of Zimbabwe.
Er zijn twee soorten inflatie: vraaggedreven en aanbodgedreven. Een vraaggedreven inflatie ontstaat als er op breed vlak stelselmatig meer vraag is dan aanbod. Een aanbodgedreven inflatie wordt veroorzaakt door verstoringen in de productie of logistiek van een aantal essentiële goederen waardoor de prijzen ervan ineens sterk stijgen. De huidige inflatie is van deze laatste soort. Ten tijde van Corona waren de leveringsketens al danig verstoord. De oorlog in Oekraïne was de druppel die de emmer liet overstromen. De levering van olie, gas en graan werd ontwricht.
Aangezien deze goederen worden gebruikt voor heel veel andere producten en omdat veel leveranciers de kans schoon zagen om extra prijsstijgingen door te voeren - gestimuleerd door verkeerde, namelijk veel te hoge inflatiecijfers van het CBS - ontstond er op breed vlak een prijsstijging. De meeste inflaties zijn aanbodgedreven. Ook de inflatie van de jaren zeventig was van deze soort.
Vraagje: wat moet je doen om een aanbodgedreven inflatie tegen te gaan? Moet je dan de economie als geheel afremmen door de rente te verhogen? Of moet je de aanbodbeperkingen op lossen en de mensen helpen die harder geraakt worden dan ze kunnen incasseren?
Ik laat het antwoord graag aan de lezer over. De ECB en Klaas Knot denken het eerste. Zelf ben ik van mening dat het tweede de gezondste, eerlijkste en duurzaamste keuze is.
Maar daar is toch geld voor nodig? Oja, dat is waar. Dan moeten we dat dus maken. Had ik al gezegd dat de staat haar eigen geld maakt - simpelweg door het uit te geven? Dat is dus geen probleem.
Er zijn weliswaar wat bestuurlijke probleempjes doordat we onszelf in Euroverband bepaalde regels hebben opgelegd. Onder meer dat de rekening van de staat bij de centrale bank aan het eind van de dag een positief saldo moet hebben; dat het verschil tussen de jaarlijkse uitgaven en inkomsten van de staat niet meer dan 3% van het BBP mag bedragen; en dat het cumulatieve verschil tussen uitgaven en inkomsten niet meer dan 60% van het BBP mag zijn. Deze regels zijn niet alleen zinloos, maar ook schadelijk omdat ze de slagkracht van de overheid ernstig inperken.
Nee, geld is niet het probleem. Toch betekent dat niet dat we de problemen makkelijk kunnen oplossen. De crux is namelijk hoe we het geld gaan besteden. De middelen waaraan de overheid het geld uitgeeft om de problemen op te lossen zijn namelijk wel beperkt. Het aantal mensen dat ouderenverzorger of conducteur wil worden is beperkt. Ook de middelen om (hernieuwbare) energie te produceren zijn beperkt. Als de staat heel veel geld gaat bieden om die beperkte middelen toch te verkrijgen heeft dat een prijsopdrijvend effect. In die situaties is het beter om te kijken hoe de beschikbaarheid van de benodigde middelen vergroot kan worden. Misschien moet er een ontmoedigingsbeleid gevoerd worden voor bezorgkoeriers om zodoende potentieel meer conducteurs in de trein te krijgen. Misschien moet de werkdruk in de zorg drastisch verminderd worden zodat er minder zorgpersoneel uitvalt. En misschien ligt de oplossing in het opleiden van vakmensen.
Hoe dan ook: niet alles is mogelijk. Daarom moeten we keuzes maken. Keuzes over wat voor een maatschappij we in de toekomst willen hebben en wat daar voor nodig is. En vooral keuzes over wat we niet meer willen.
Naast een besluitvaardige politiek vergt dat een sterke en capabele overheid die plannen maakt en uitvoert (samen met de particuliere sector). Wat dit betreft zit ik helemaal op de lijn van Mariana Mazzucato, econoom en auteur van onder andere The Enterpreneurial State. De overheid moet ondernemend zijn - toch is zij geen onderneming. Het bedrijfsleven kan een grote rol spelen in de uitvoering van het beleid. Maar bedrijven zullen altijd in meer of mindere mate winstgedreven zijn. Daarvoor is het belangrijk dat de terugverdientijd van investeringen te overzien is. Voor de overheid hoeft dat niet te gelden. Juist maatschappelijke investeringen waarvan de terugverdientijd voor bedrijven te lang of te onzeker is moeten door de overheid ter hand worden genomen. Denk daarbij aan het aanleggen van infrastructuur voor mobiliteit en hernieuwbare energievoorziening. Ook zaken waarvan de kwaliteit en continuïteit voor de maatschappij van levensbelang is (onderwijs en gezondheidszorg) vereisen een actieve rol en verantwoordelijkheid van de overheid.
Met de recente uitspraken van de minister voor langdurige zorg en sport, Connie Helder, heeft de regering een enorm brevet van onvermogen afgegeven: Er komen steeds meer hulpbehoevende ouderen, dus zoek het zelf naar uit - het probleem is te groot voor de overheid dus de mensen moeten het zelf naar oplossen.
https://nos.nl/l/2476616
Komop minister, dat kan echt wel beter.
- Benut de capaciteit van (arbeids)migranten - onder andere de zogenaamde derde-landers, niet-Oekraieners die vanwege de oorlog een veilig toevluchtsoord hebben gezocht.
- Verminder de bureaucratie in de zorg. Geef verzorgenden meer autonomie in de wijze waarop ze hun werk doen. Geef meer vertrouwen.
- Zorg voor een beloningsstructuur waarmee verzorgenden in hun levensonderhoud en behoeften kunnen voorzien.
- Neem belemmeringen weg die verzorgenden ervan weerhoudt om aan de slag te gaan of te blijven. Durf daarbij onconventionele maatregelen te treffen.
En, minister, ga (nog) eens kijken in een zorginstelling, of beter: onderga een tijdje het leven van een zorgbehoevende oudere en laat je eens een paar weken 'wassen' met wat crème. Lijkt me een nuttige besteding van uw zomervakantie.