In deze bijdrage probeer ik de essentie van de staatsfinanciën uit leggen. Uiteraard zal ik daarbij zeer veel details moeten weglaten. Zo ga ik bijvoorbeeld slechts beperkt in op werking van het banksysteem. Ook het buitenland heb ik buiten beschouwing gelaten. Ik probeer uit te leggen hoe de overheid het voor elkaar krijgt dat er gemeenschappelijke voorzieningen als ziekenhuizen en spoorwegen worden aangelegd en wat de rol van geld daarbij is. Omdat ik daarbij onder andere beweer dat de overheid zijn eigen geld maakt dat vervolgens uitgeeft in de maatschappij, komen bij sommigen misschien angstvisioenen van ongebreidelde inflatie naar boven. Daarom zal ik ook daarop ingaan. Ook het fenomeen van de staatsobligaties komt kort aan bod. Deze uitleg volgt de zienswijze van de Modern Monetary Theory.
Geld en de functie van belastingen
De taak van de staat is om goed voor de inwoners te zorgen. Het doel is dat ze gezond en veilig zijn, zich kunnen ontplooien en datzelfde wil ze ook voor de kinderen en kleinkinderen van de inwoners. Daarvoor worden ziekenhuizen en scholen moeten gebouwd, wegen aangelegd en wordt ook een leger opgericht. Hiervoor moeten heel wat hulpbronnen uit de maatschappij worden gemobiliseerd. De staat heeft onder andere eigen personeel in dienst en schaft vele goederen en diensten aan bij haar inwoners. Het geldsysteem van het land is een belangrijk instrument om dit alles te laten functioneren. Daarom is ook door de staat bepaald met welke munteenheid betalingen aan en door de staat gedaan kunnen worden. In Nederland en veel andere Europese landen is dat de Euro.
De belastingen spelen in dit systeem een belangrijke rol, maar anders dan de meeste mensen denken heeft de staat de belastingen niet nodig als financieringen voor diens uitgaven. Op het moment dat de staat namelijk een overboeking doet naar bijvoorbeeld een aannemer voor de bouw van een ziekenhuis ontstaat dat geld. Daar is geen financiering voor nodig.
De belastingen spelen in dit systeem een belangrijke rol, maar anders dan de meeste mensen denken heeft de staat de belastingen niet nodig als financieringen voor diens uitgaven. Op het moment dat de staat namelijk een overboeking doet naar bijvoorbeeld een aannemer voor de bouw van een ziekenhuis ontstaat dat geld. Daar is geen financiering voor nodig.
Laat me in hoofdlijnen uitleggen hoe dat plaatsvindt: Zowel de staat als de in Nederland gevestigde banken hebben een rekening bij de centrale bank. In Nederland is dat De Nederlandse Bank (DNB) dat tegenwoordig onderdeel is van de Europese Centrale Bank (ECB). Wijzelf, de burgers en bedrijven van het land, hebben geen rekening bij de centrale bank maar bij de gewone banken. Als de staat een betaling doet aan een aannemer voor de bouw van een ziekenhuis gebeurt dat in 2 stadia. De centrale bank creëert eerst extra tegoeden en verhoogt daarmee de rekening die de betreffende bank heeft bij de centrale bank. De rekening van de staat wordt daarbij juist afgeboekt - het saldo kan zelfs negatief worden. Daarna verhoogt de bank de rekening van het bouwbedrijf. Die creatie van extra tegoeden bij de centrale banken gebeurt als het ware uit het niets. Heel vergelijkbaar met het bijhouden van de puntenstand bij een sportwedstrijd - afhankelijk van een bepaalde gebeurtenis wordt het getal dat de score weergeeft verhoogt. Daarom is voor de betalingen door de overheid geen voorafgaande financiering nodig. |
Ter illustratie hieronder een vereenvoudigde balansweergave van het resultaat deze transactie.
Margaret Thatcher deed in de nadagen van de Grote Financiële Crisis (2007-2008) de uitspraak: "Er bestaat geen publiek geld, er is alleen het geld van belastingbetalers" (Is there no such thing as public money, only taxpayers money, as PM asserts? Was £375bn of QE raised from taxpayers? - Prime (primeeconomics.org)). Ze had het bij het verkeerde eind en zette velen op het verkeerde been, zoals inmiddels door veel centrale banken wordt uitgelegd.
Belastingen hebben een aantal zeer nuttige functies, maar de financiering van de uitgaven van de staat hoort daar niet bij. Belastingen zijn nuttig om welvaart te verdelen, het gedrag van de inwoners te sturen en om oververhitting van de economie en inflatie te voorkomen. De belangrijkste functie van belastingen is om ervoor te zorgen dat de door de overheid in het leven geroepen munteenheid algemeen geaccepteerd wordt en breed gebruikt wordt voor financiële transacties in de maatschappij.
Econoom Hyman Minsky (Hyman Minsky - Wikipedia) deed ooit de uitspraak: "Het is niet moeilijk om geld te creëren, het is pas moeilijk het geaccepteerd te krijgen". Je moet zorgen dat er behoefte ontstaat aan je geld. Dat is de voornaamste functie van belastingen. Inwoners zullen voor de staat willen werken zodat ze het geld verdienen waarmee ze de belastingplicht mee kunnen voldoen. Mensen die niet rechtstreeks voor de staat werken - zoals de bakker op de hoek - zullen hun klanten vragen hun aankopen met Euro's te betalen zodat ook zij de opgelegde belasting kunnen betalen.
Belastingen hebben een aantal zeer nuttige functies, maar de financiering van de uitgaven van de staat hoort daar niet bij. Belastingen zijn nuttig om welvaart te verdelen, het gedrag van de inwoners te sturen en om oververhitting van de economie en inflatie te voorkomen. De belangrijkste functie van belastingen is om ervoor te zorgen dat de door de overheid in het leven geroepen munteenheid algemeen geaccepteerd wordt en breed gebruikt wordt voor financiële transacties in de maatschappij.
Econoom Hyman Minsky (Hyman Minsky - Wikipedia) deed ooit de uitspraak: "Het is niet moeilijk om geld te creëren, het is pas moeilijk het geaccepteerd te krijgen". Je moet zorgen dat er behoefte ontstaat aan je geld. Dat is de voornaamste functie van belastingen. Inwoners zullen voor de staat willen werken zodat ze het geld verdienen waarmee ze de belastingplicht mee kunnen voldoen. Mensen die niet rechtstreeks voor de staat werken - zoals de bakker op de hoek - zullen hun klanten vragen hun aankopen met Euro's te betalen zodat ook zij de opgelegde belasting kunnen betalen.
Vermogen van staat en particuliere sector - communicerende vaten
Niet al het geld dat de staat door het doen van uitgaven in de economie brengt, zal via belastingen weer bij de staat terugkomen. De staat laat bewust wat geld in de maatschappij achter zodat inwoners onderling transacties kunnen doen - bijvoorbeeld bij de bakker op de hoek. Ook hebben de inwoners daarmee de mogelijkheid om te sparen.
Er is dus een verschil tussen de hoeveelheid geld dat de staat in de economie brengt en de hoeveelheid geld dat er via de belastingen weer terugkomt. Dit is het financieringstekort van de staat. Dat cumuleert over de jaren in wat men 'staatsschuld' noemt. De meesten van ons vinden dit best griezelig: tekort en schuld. Dat komt omdat ons al van jongs af aan is ingeprent dan je de tering naar de nering moet zetten en dat je zo min mogelijk schulden moet hebben.
Voor inwoners en bedrijven is dat inderdaad waar. Maar geldt dat ook voor de staat? Het is essentieel om in te zien dat de staat juist een andere rol heeft in het economische bestel. De staat is geen deelnemer zoals de inwoners of bedrijven. In plaats daarvan is de staat meer een facilitator waarvoor andere gedragsregels gelden.
Iedere Euro die de staat uitgeeft komt terecht bij de inwoners. Zij kunnen dat weer uitgeven of sparen. Als ze het uitgeven komt het terecht bij een andere inwoner totdat er uiteindelijk iemand is die het toevoegt aan zijn of haar spaartegoed.
Het tekort van de staat veroorzaakt boekhoudkundig een negatief eigen vermogen. Schrik niet! Dat is niet erg. Het is juist de bedoeling, want het eigen vermogen van de staat en dat van de particuliere sector zijn communicerende vaten. Als het ene afneemt, neemt het andere juist toe. Met het staatstekort wordt de particuliere sector welvarender. Mocht de staat daarentegen op een dag besluiten om meer belasting te innen dan uit te geven dan zal dat leiden tot een verarming van de particuliere sector.
Er is dus een verschil tussen de hoeveelheid geld dat de staat in de economie brengt en de hoeveelheid geld dat er via de belastingen weer terugkomt. Dit is het financieringstekort van de staat. Dat cumuleert over de jaren in wat men 'staatsschuld' noemt. De meesten van ons vinden dit best griezelig: tekort en schuld. Dat komt omdat ons al van jongs af aan is ingeprent dan je de tering naar de nering moet zetten en dat je zo min mogelijk schulden moet hebben.
Voor inwoners en bedrijven is dat inderdaad waar. Maar geldt dat ook voor de staat? Het is essentieel om in te zien dat de staat juist een andere rol heeft in het economische bestel. De staat is geen deelnemer zoals de inwoners of bedrijven. In plaats daarvan is de staat meer een facilitator waarvoor andere gedragsregels gelden.
Iedere Euro die de staat uitgeeft komt terecht bij de inwoners. Zij kunnen dat weer uitgeven of sparen. Als ze het uitgeven komt het terecht bij een andere inwoner totdat er uiteindelijk iemand is die het toevoegt aan zijn of haar spaartegoed.
Het tekort van de staat veroorzaakt boekhoudkundig een negatief eigen vermogen. Schrik niet! Dat is niet erg. Het is juist de bedoeling, want het eigen vermogen van de staat en dat van de particuliere sector zijn communicerende vaten. Als het ene afneemt, neemt het andere juist toe. Met het staatstekort wordt de particuliere sector welvarender. Mocht de staat daarentegen op een dag besluiten om meer belasting te innen dan uit te geven dan zal dat leiden tot een verarming van de particuliere sector.
Het inflatiespook en de bestedingsruimte van de staat
Is er dan geen rem op de mogelijkheden om geld van de staat om geld uit te geven en het staatstekort te laten stijgen? Door de geldpers aan te zetten creëert de overheid toch inflatie? Hier komt het inflatiespook de kop op steken.
Door inflatie wordt het geld op je bankrekening steeds minder waard en kun je, als je inkomsten geen gelijke tred houden, steeds minder kopen. Aan de andere kant worden je schulden ook steeds minder waard. Hoe dan ook moet inflatie beperkt blijven. De meeste landen streven naar een inflatie van ongeveer 2% per jaar.
De vraag is echter hoe inflatie veroorzaakt wordt. De hoeveelheid geld in de economie is zeker niet altijd de oorzaak. Het hangt ervan af waaraan het besteed wordt. Er zal pas een prijsopdrijvend effect optreden als het product waaraan het besteed wordt structureel minder aangeboden wordt dan gevraagd. Producenten zullen bij een toenemende vraag eerst proberen om meer te gaan produceren - tenzij ze monopolist zijn. Ze gaan pas de prijs verhogen als ze de productie niet verder kunnen opvoeren. Dat was het geval met de prijzen van het Russisch gas aan het begin van de oorlog in Oekraïne. Er bleef veel vraag naar gas, terwijl het aanbod juist terugliep. Daardoor schoot de gasprijs omhoog. En aangezien de gasprijs bepalend is voor de energieprijzen in het algemeen en bijna alle producten afhankelijk zijn van energie, werkt de stijging van de gasprijs door in heel veel andere prijzen. Bovendien was de algemene prijsstijging voor veel ondernemers een mooie gelegenheid om hun prijzen te verhogen ook al waren hun eigen kosten niet eens (zoveel) gestegen.
Wat betekent dit voor de staat? Hoeveel geld kan het in de economie pompen? Het hangt ervan af wat de staat wil bereiken en waaraan het wordt uitgegeven. Wil men meer leraren van de klas en wil men die met een hoger salaris lokken? In een krappe arbeidsmarkt zal dat betekenen dat diezelfde leraren niet beschikbaar zijn voor bedrijven en particuliere scholen. Deze zullen misschien ook meer geld gaan bieden waardoor er een algemene loonstijging kan ontstaan. De poging om meer leraren te werven kan dus tot een bredere loonstijging - en daarmee waarschijnlijk ook een prijsstijging- leiden. In zo'n geval van beperkt aanbod moet de staat andere maatregelen nemen om toch zijn doel te bereiken zonder prijsopdrijving te veroorzaken. Er zijn dan 2 mogelijkheden: Meer aanbod creëren (bijvoorbeeld meer leraren opleiden) of de vraag uit de particuliere sector afremmen (bijvoorbeeld particulier onderwijs verbieden of zwaarder belasten waardoor meer leraren voor de staat beschikbaar zijn). Dit vergt politieke keuzes.
Maak je niet druk over de hoogte van de 'staatsschuld'. Belangrijker is om je af te vragen wat de capaciteit is van de economie. Alles wat de staat inkoopt is niet meer beschikbaar voor de particuliere sector. Dus voordat de staat geld uitgeeft zal deze moeten nagaan of datgene dat het wil aanschaffen wel beschikbaar is. Zo niet, dan zijn andere maatregelen nodig om ervoor te zorgen dat het aanbod wel beschikbaar wordt.
Door inflatie wordt het geld op je bankrekening steeds minder waard en kun je, als je inkomsten geen gelijke tred houden, steeds minder kopen. Aan de andere kant worden je schulden ook steeds minder waard. Hoe dan ook moet inflatie beperkt blijven. De meeste landen streven naar een inflatie van ongeveer 2% per jaar.
De vraag is echter hoe inflatie veroorzaakt wordt. De hoeveelheid geld in de economie is zeker niet altijd de oorzaak. Het hangt ervan af waaraan het besteed wordt. Er zal pas een prijsopdrijvend effect optreden als het product waaraan het besteed wordt structureel minder aangeboden wordt dan gevraagd. Producenten zullen bij een toenemende vraag eerst proberen om meer te gaan produceren - tenzij ze monopolist zijn. Ze gaan pas de prijs verhogen als ze de productie niet verder kunnen opvoeren. Dat was het geval met de prijzen van het Russisch gas aan het begin van de oorlog in Oekraïne. Er bleef veel vraag naar gas, terwijl het aanbod juist terugliep. Daardoor schoot de gasprijs omhoog. En aangezien de gasprijs bepalend is voor de energieprijzen in het algemeen en bijna alle producten afhankelijk zijn van energie, werkt de stijging van de gasprijs door in heel veel andere prijzen. Bovendien was de algemene prijsstijging voor veel ondernemers een mooie gelegenheid om hun prijzen te verhogen ook al waren hun eigen kosten niet eens (zoveel) gestegen.
Wat betekent dit voor de staat? Hoeveel geld kan het in de economie pompen? Het hangt ervan af wat de staat wil bereiken en waaraan het wordt uitgegeven. Wil men meer leraren van de klas en wil men die met een hoger salaris lokken? In een krappe arbeidsmarkt zal dat betekenen dat diezelfde leraren niet beschikbaar zijn voor bedrijven en particuliere scholen. Deze zullen misschien ook meer geld gaan bieden waardoor er een algemene loonstijging kan ontstaan. De poging om meer leraren te werven kan dus tot een bredere loonstijging - en daarmee waarschijnlijk ook een prijsstijging- leiden. In zo'n geval van beperkt aanbod moet de staat andere maatregelen nemen om toch zijn doel te bereiken zonder prijsopdrijving te veroorzaken. Er zijn dan 2 mogelijkheden: Meer aanbod creëren (bijvoorbeeld meer leraren opleiden) of de vraag uit de particuliere sector afremmen (bijvoorbeeld particulier onderwijs verbieden of zwaarder belasten waardoor meer leraren voor de staat beschikbaar zijn). Dit vergt politieke keuzes.
Maak je niet druk over de hoogte van de 'staatsschuld'. Belangrijker is om je af te vragen wat de capaciteit is van de economie. Alles wat de staat inkoopt is niet meer beschikbaar voor de particuliere sector. Dus voordat de staat geld uitgeeft zal deze moeten nagaan of datgene dat het wil aanschaffen wel beschikbaar is. Zo niet, dan zijn andere maatregelen nodig om ervoor te zorgen dat het aanbod wel beschikbaar wordt.
Staatsobligaties
Laten we het ook even hebben over staatsobligaties. Dit zijn door de staat uitgegeven leningen die over het algemeen als veilige belegging worden beschouwd. Veel pensioenfondsen en andere beleggers hebben die als onderdeel van hun beleggingsportefeuille.
Bij de uitleg over de wijze waarop de staat betalingen doet, heb ik uitgelegd dat de rekening van de staat bij de centrale bank wordt afgeboekt en zelfs negatief kan worden. Binnen het Euro-gebied geldt de regel dat aan het eind van de dag dat saldo minimaal op 0 moet staan. Vanwege deze politieke afspraak - er is geen financieel-technische reden voor die afspraak - geeft de staat obligaties uit. Deze worden geveild onder een vaste groep instellingen. De betaling gebeurt met centrale bank tegoeden. Door de aankoop van de staatsobligaties nemen de centrale bank tegoeden van de kopende instellingen af en wordt het saldo van de rekening van de staat verhoogd, zodat deze weer minimaal op 0 staat en de volgende dag weer betalingen gedaan kunnen worden door de staat. Indien een instelling staatsobligaties wil kopen maar niet over voldoende tegoeden bij de centrale bank beschikt kan ze die lenen. Ook is het mogelijk dat de centrale bank staatsobligaties opkoopt - niet rechtstreeks van staat maar van de instellingen die deze van de staat hebben gekocht.
Ter illustratie hieronder een vereenvoudigde balansweergave van deze transactie.
Bij de uitleg over de wijze waarop de staat betalingen doet, heb ik uitgelegd dat de rekening van de staat bij de centrale bank wordt afgeboekt en zelfs negatief kan worden. Binnen het Euro-gebied geldt de regel dat aan het eind van de dag dat saldo minimaal op 0 moet staan. Vanwege deze politieke afspraak - er is geen financieel-technische reden voor die afspraak - geeft de staat obligaties uit. Deze worden geveild onder een vaste groep instellingen. De betaling gebeurt met centrale bank tegoeden. Door de aankoop van de staatsobligaties nemen de centrale bank tegoeden van de kopende instellingen af en wordt het saldo van de rekening van de staat verhoogd, zodat deze weer minimaal op 0 staat en de volgende dag weer betalingen gedaan kunnen worden door de staat. Indien een instelling staatsobligaties wil kopen maar niet over voldoende tegoeden bij de centrale bank beschikt kan ze die lenen. Ook is het mogelijk dat de centrale bank staatsobligaties opkoopt - niet rechtstreeks van staat maar van de instellingen die deze van de staat hebben gekocht.
Ter illustratie hieronder een vereenvoudigde balansweergave van deze transactie.
Als reactie op de Grote Financiële Crisis heeft dit op grote schaal plaatsgevonden (Quantitative easing - Wikipedia). Ook veel Europese instrumenten ter bescherming van de economie (zoals Pandemic emergency purchase programme (PEPP) (https://www.ecb.europa.eu/mopo/implement/pepp) zijn hierop gebaseerd. Voor het goed blijven functioneren van het financiële bestel zijn dergelijke instrumenten van de ECB erg belangrijk, omdat daardoor staatsobligaties een veilige belegging blijven waar de staat niet aan failliet gaat.