|
Je hebt het misschien al eens gezien: op deze site zet ik het woord staatsschuld vaak tussen aanhalingstekens. Dat doe ik niet zomaar. Het is een veelgebruikte term, maar eigenlijk klopt die niet. Want de ‘staatsschuld’ is helemaal geen schuld zoals jij en ik die zouden hebben.
In deze post leg ik uit hoe dat zit. |
De staat creëert geld – en hoeft het niet te lenen
Maar waarom zou de staat dat geld moeten lenen als ze het zelf kan maken? Het antwoord is: dat doet ze ook niet echt. Wel verkoopt de staat staatsobligaties, maar dat is eigenlijk een manier voor mensen en instellingen om hun geld veilig te parkeren – een soort sparen dus.
Hoe werkt dat precies?
Die obligaties worden eerst verkocht aan banken en andere financiële instellingen. Die kunnen ze vervolgens doorverkopen aan particulieren. Voor spaarders is dat aantrekkelijk, want de staat wordt gezien als een betrouwbare partij. En terecht: de staat kan – net als de bank in het spel Monopoly – niet failliet gaan.
Dat 'tekort' op de rekening bij De Nederlandse Bank hoeft strikt genomen niet per sé weggewerkt te worden. Het is echter gewoonte geworden en sinds het verdrag van Maastricht ook een afspraak met de EU om dat wel te doen. Aan het eind van elke dag moet het saldo weer boven nul zijn.
Tijd voor duidelijkere termen
- Wat we begrotingstekort noemen, is eigenlijk het bedrag dat de staat toevoegt aan de economie.
- Wat we staatsschuld noemen, is het totaalbedrag dat over de jaren is toegevoegd aan de economie.
- Wat we staatslening of staatsobligatie noemen, is eigenlijk een spaarbewijs voor wie zijn geld veilig wil stallen bij de staat.
