In mijn vorige artikel introduceerde ik, geïnspireerd door Abba P. Lerner, twee indicatoren om het effect van overheidsmaatregelen op de economie te beoordelen: prijsstabiliteit en werkgelegenheid. Maar hoe praktisch zijn deze indicatoren eigenlijk?
Een eerste vraag is of de overheid nog voldoende reactietijd heeft wanneer de economische signalen verslechteren—zoals oplopende inflatie of stijgende werkloosheid. Of is het al te laat zodra de indicatoren uitslaan? De economie lijkt in dit opzicht op een olietanker: traag reagerend op koerswijzigingen.
Een tweede vraag betreft de institutionele scheiding tussen regering en centrale bank. Is deze tweedeling wel zo efficiënt? Het risico bestaat dat beide instellingen elkaar tegenwerken. Denk aan een schip met twee kapiteins: één aan het hoofdroer en één aan de boegschroef. Die boegschroef is bedoeld voor fijnmazige manoeuvres, zoals aanleggen. Maar als beide kapiteins een verschillende koers voor ogen hebben en hun roeren onafhankelijk van elkaar bedienen, wordt het schip moeilijk bestuurbaar.
Een tweede vraag betreft de institutionele scheiding tussen regering en centrale bank. Is deze tweedeling wel zo efficiënt? Het risico bestaat dat beide instellingen elkaar tegenwerken. Denk aan een schip met twee kapiteins: één aan het hoofdroer en één aan de boegschroef. Die boegschroef is bedoeld voor fijnmazige manoeuvres, zoals aanleggen. Maar als beide kapiteins een verschillende koers voor ogen hebben en hun roeren onafhankelijk van elkaar bedienen, wordt het schip moeilijk bestuurbaar.
